Men heeft geen absolute zekerheid nodig om een atheïst danwel een theïst te kunnen zijn (of worden). Wat wel vereist is, is een aantal hele goede redenen. Zodat iemand de juiste keuze kan maken, voor eender welke richting.

Voor atheïsten is één van die redenen het onvermogen van theïsten om een goede, overtuigende casus te presenteren vóór theïsme in het algemeen, dan wel een specifieke vorm daarvan.

Theïsten, in het algemeen, denken dat zij goede redenen hebben voor hun geloofsovertuiging. Maar ik moet nog steeds een vermeend opperwezen tegenkomen dat mijn geloof waard is. Ik heb geen zekerheid nodig, dat die vermeende goden niet bestaan, om een atheïst te kunnen zijn. Alles wat ik nodig heb om niet te geloven, is een gebrek aan goede redenen. Misschien komt er een dag waarop dat zal veranderen. Maar ik draai al zo lang mee, dat ik dat ten zeerste betwijfel.